Doorbraakdata: uithuisplaatsingen

 Op 19 oktober 2021 publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek cijfers over het aantal kinderen dat uit huis is geplaatst onder de gedupeerden van de Kindertoeslagenaffaire. Zeker 1.115 kinderen uit de getroffen gezinnen werden tussen 2015 en 2020 uit huis geplaatst, zo blijkt uit de cijfers van het CBS.

Dit is echter het topje van de ijsberg. Ieder jaar wordt een groeiend aantal kinderen in Nederland uit huis geplaatst.  Bij het Instituut voor Publieke Waarden en de Doorbraakmethode komen we ook regelmatig gezinnen tegen waar de kinderen al uit huis geplaatst zijn of waar een uithuisplaatsing dreigt.  

Voorbeeldcasus 
Een voorbeeld van zo’n gezin waar een uithuisplaatsing dreigt is die van Marijke. Zij zit al een paar maanden zonder inkomen. Voor de aanvraag van een bijstandsuitkering moet zij bepaalde documenten aanleveren bij de gemeente. Deze documenten heeft zijn echter niet, waardoor een aanvraag niet lukt. Nu ze zonder inkomen zit, lopen haar schulden steeds verder op. Ook haar huurschuld. Door de stress gaat het mentaal steeds minder goed met Marijke. De zorg voor de kinderen wordt hierdoor lastiger. Doordat zij haar huur niet meer kan betalen dreigt de huurbaas haar het huis uit te zetten. Tot overmaat van ramp dreigt de gemeente nu ook haar kinderen uit huis te plaatsen. Marijke is in staat goed voor haar kinderen te zorgen, maar nu zij geen inkomen heeft, dreigt ze zowel haar woning als haar kinderen te verliezen.  

De casus van Marijke staat niet op zichzelf. Uit onze casuïstiek hebben we  46 gezinnen onder de loep genomen waar uithuisplaatsing van 1 of meerdere kinderen dreigt. Door in te zoomen krijgen we beter zicht op wie deze gezinnen zijn, tegen welke knelpunten zij aanlopen en welke oplossingen er zijn om uithuisplaatsing te voorkomen. 

Giftige cocktails  

Wat gaat er vooraf aan een dreigende uithuisplaatsing? In de praktijk zien we dat de gezinnen op meerdere levensgebieden vastlopen waardoor zij uitgesloten worden van passende zorg. Vaak kan de combinatie van een paar problemen er al voor zorgen dat mensen worden uitgesloten van passende zorg en vastlopen in bureaucratie. Deze combinatie van problematiek noemen wij giftige cocktails.  

Uit de data van de 46 gezinnen kunnen we drie groepen onderscheiden die qua problematiek met elkaar overeenkomen. Anders gezegd: we ontdekten drie giftige cocktails die hebben geleid tot de dreigende uithuisplaatsing van de kinderen. Opvallend is dat bij maar liefst 35 gezinnen er problemen spelen op het gebied van wonen.  

Bij maar liefst 35 gezinnen spelen problemen op het gebied van wonen

Wonen + Inkomen  
15 van de 46 (33%) heeft problemen op het gebied van wonen en inkomen. De ouders hebben onvoldoende inkomen en/of schulden en hebben geen eigen woning of dreigen uit hun woning gezet te worden.   

Wonen + Gezondheid en/of Veiligheid  
Bij 20 (43%) gezinnen zijn er problemen op het gebied van wonen en hun gezondheid of veiligheid. De ouders hebben in deze groep geen eigen of geen passende woning. De reden waarom zij dit nodig hebben is voornamelijk wegens: psychische problematiek, huiselijk geweld, lichamelijke problematiek of een (echt-)scheiding.  

Inkomen + Gezondheid  
Bij 11 (24%) van de gezinnen zien we vooral problematiek rondom inkomen en hun psychische of lichamelijke gezondheid. Het loopt bij deze groep onder andere spaak, omdat er geen passende behandeling of ondersteuning wordt ingezet of hier gewoonweg de financiën niet voor zijn.  Ook werkt het bij een aantal gezinnen juist de andere kant op. Zo is er een gezin waar één van de ouders met zware psychische problemen kampt. Hierdoor is de ouder niet in staat om te werken, waardoor het inkomen drastisch daalt en het gezin in financiële problemen terecht komt. 

Net zoals in de casus van Marijke, zien we dat er problemen spelen op meerdere leefgebieden, waardoor de bestaanszekerheid in het geding komt.  

Doorbraken 

Zo lang er niets gedaan wordt, zullen er uit de groep van 46 gezinnen 87 kinderen uit huis geplaatst worden. Om dit te voorkomen werken verschillende professionals samen om tot een doorbraak te komen. 

De regels omtrent urgentie, huisvesting en de Participatiewet zijn vaak streng waardoor ouders en hun kinderen geen toegang krijgen tot huisvesting of een passend inkomen.

De oplossingen liggen in verschillende domeinen. Bij 46% van de gezinnen ligt de oplossing om uithuisplaatsing te voorkomen in het domein ‘Huisvesting’. Een passende woning of een tijdelijke woning ter overbrugging is voor hen noodzakelijk om te voorkomen dat de kinderen uit huis geplaatst worden. Bij 27% van de gezinnen ligt de doorbraak in het domein ‘Financiële gezondheid’. Hieronder vallen doorbraken zoals het betalen van huurachterstand, het regelen van een inkomen en schuldenregelingen. Bij 16% van de gezinnen wordt er zowel ingezet op het regelen van de huisvesting als de financiële gezondheid. In de overige 11% valt de doorbraak in het domein ‘Welzijn’. Hierbij kun je denken aan het vinden van passende behandeling en ondersteuning.  

De knelpunten

Investeren in bestaanszekerheid zoals inkomen en huisvesting klinken heel logisch. Toch lopen deze gezinnen tegen verscheidene knelpunten aan waardoor situaties dreigen te escaleren. In de praktijk zien we bij deze gezinnen zowel knelpunten op systeem- als cultureel niveau.  

Systeem  
Het overgrote deel van de 46 gezinnen loopt voornamelijk tegen knelpunten in het systeem aan. Zo zit bij 70% van de gezinnen de wet- en regelgeving in de weg. De regels omtrent urgentie, huisvesting en de Participatiewet zijn vaak streng waardoor ouders en hun kinderen geen toegang krijgen tot huisvesting of een passend inkomen. Wanneer het om urgentie voor een woning gaat, voldóen sommige gezinnen wel aan de urgentieregels (14%), maar komen zij vanwege grote schaarste aan woningen alsnog niet aan een woning. Ook zien we dat bij 7% van de gezinnen de verkokering binnen en tussen gemeentes een groot knelpunt is. Gemeentes en afdelingen wijzen naar elkaar voor de verantwoordelijkheid over zorg en financiering van bepaalde ondersteuning. Passende ondersteuning blijft hierdoor lange tijd stil staan. Escalatie (zoals een uithuisplaatsing) kan dan haast niet meer worden voorkomen.  

In Marijke’s situatie zit wet- en regelgeving in de weg. De Participatiewet schrijft bepaalde regels voor, waar Marijke niet aan kan voldoen omdat ze niet over de juiste documenten beschikt. Hierdoor zit zij al geruime tijd zonder inkomen en ontstaan er nieuwe problemen.   

Cultureel en professioneel  
Naast systeem blokkades zien we ook op professioneel en cultureel niveau knelpunten. Bij 4% zien we namelijk dat hulpverlening uit blijft, of dat er gebrek aan samenwerking en regievoering is tussen hulpverleners. Zo gebeurt het dat een hulpverlener van mening is dat ouders fouten hebben gemaakt in de opvoeding. Zo’n moreel oordeel kan leiden tot het uitblijven van de juiste hulp aan ouders. Opvallend is ook dat er vaak verscholen wordt achter bepaalde wet- en regelgeving om niet de juiste ondersteuning te bieden.  Zo zien we bij een paar gezinnen dat de Participatiewet in de weg zit om een uitkering te verstrekken. Diezelfde Participatiewet wordt echter ook gebruikt als legitimatie om juist die uitkering wél te verstrekken aan de ouder(s).  

Maatschappelijke kosten en baten van uithuisplaatsingen   

Het ingrijpen in geval van dreigende uithuisplaatsing kost natuurlijk geld. Zoals de meeste investering in bestaanszekerheid geld kost. Die investeringskosten vallen echter in het niet bij de kosten en maatschappelijke gevolgen van een uithuisplaatsing. De totale kosten in het huidig scenario en het doorbraak scenario zijn bij de 46 gezinnen ongeveer gelijk. Wanneer er echter helemaal niets wordt gedaan, verwachten we dat de kosten binnen de komende 12 maanden oplopen tot maar liefst € 4.370.070.   

Dreigende kosten 
De grootste stijging aan dreigende kosten zonder ingrijpen, zien we in de Jeugdwet, gevolgd door de Wmo en de Zorgverzekeringswet. De stijgende kosten in de Jeugdwet zitten grotendeels in de dreigende uithuisplaatsingen (in totaal € 2.754.500). Bij de Wmo zien we dat de stijging voornamelijk te verklaren is doordat ouders in de maatschappelijke opvang komen (€339.300) en door opschaling van ondersteuning vanuit maatschappelijk werk en ambulante begeleiding (€260.236). Binnen de Zorgverzekeringswet zie je een stijging in gebruik van de GGZ (€133.986).  

Het ingrijpen in geval van dreigende uithuisplaatsing kost natuurlijk geld. Die investeringskosten vallen echter in het niet bij de kosten en maatschappelijke gevolgen van een uithuisplaatsing.

Doorbraak kosten 
In het doorbraakscenario zien we juist dat er meer wordt geïnvesteerd vanuit de Participatiewet (€70.973) voor bijvoorbeeld het toekennen van een bijstandsuitkering. Ook wordt er vanuit het Doorbraakbudget (€60.295) bureaucratievrij geld ingezet om bijvoorbeeld huurachterstanden, kinderopvang, tijdelijke opvang en urgentieaanvragen te vergoeden.  

Marijke is geholpen door vanuit Doorbraakbudget haar huurachterstand te betalen. Ook ontvangt zij een nu bijstandsuitkering. Haar doorbraak valt dus onder ‘Financiële gezondheid’. Wanneer er aan Marijke’s situatie niets was veranderd dan zou zij op straat en vervolgens in de maatschappelijke opvang terecht zijn gekomen. Bovendien zouden haar kinderen dan uit huis geplaatst zijn. De mentale gevolgen hiervan maken het aannemelijk dat zij van GGZ zorg gebruik had moeten maken.  

Bestaanszekerheid eerst 

Zoals we hebben kunnen zien spelen bij een groot aantal gezinnen problemen omtrent wonen en inkomen waardoor hun bestaanszekerheid in het gedrang komt. Zij lopen vast in verscheidene wet- en regelgeving en door handelen van betrokken organisaties.  Ook zien we bij een aantal gezinnen dat diezelfde wet- en regelgeving, die in eerste instantie in de weg zit, ook gebruikt wordt om juist de oplossing voor het gezin te legitimeren.  

Wanneer het probleem echter bij bestaansonzekerheid ligt, kan dit ook enkel met bestaanszekerheid opgelost worden.

We zien bij deze gezinnen dat er soms helemaal niets wordt gedaan, maar dat er vooral vaak wordt ingezet op extra hulp en ondersteuning. Wanneer het probleem echter bij bestaansonzekerheid ligt, kan dit ook enkel met bestaanszekerheid opgelost worden. Dit is beter voor de gezinnen en ons als maatschappij.   

Bekijk hier de kenmerken van de gezinnen uit het onderzoek

Marjolein | Chef Data

‘Data is geen waarheid. Het is een weergave van de werkelijkheid. Bij de Doorbraakmethode zijn de data en de praktijk nauw met elkaar verbonden. Hiermee ligt onze data zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid.’

Vorige
Vorige

Perspectief voor dak- en thuisloze jongeren? Zorg eerst voor bestaanszekerheid

Volgende
Volgende

Doorbraakdata: woonoplossingen